De herpositionering van de klokkenluider in het arbeidsrecht: een debacle?

 

De herpositionering van de klokkenluider in het arbeidsrecht: een debacle?

 
 

De afgelopen jaren zijn er, zowel in binnen- als buitenland, veel zaken in de publiciteit geweest van werknemers die op hun werk worden geconfronteerd met een misstand met een maatschappelijk belang. Dat de meningen over klokkenluiders over het algemeen uiteenlopen van ‘verrader’ tot ‘held’ geeft aan dat het onderwerp maatschappelijk veel reuring teweeg brengt. Tal van voorbeelden leren ons dat de rechtspositie van de klokkenluider in de hedendaagse samenleving een zwakke schakel is: wie een misstand meldt, stuit immers vaak op een muur van onbegrip. Op 1 maart jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel ‘Huis voor klokkenluiders’ aangenomen met als doel om de rechtspositie van de klokkenluider te verbeteren. Naar verwachting zal de wet per 1 juli 2016 in werking treden. In onderstaand nieuwsbericht geef ik beknopt de inhoud van de wet weer.

Klokkenluider-1024x678.jpg
 
 

Wet Huis voor klokkenluiders

De wet beoogt het melden van maatschappelijke misstanden door werknemers in goede banen te leiden en klokkenluiders meer bescherming te bieden. Dit gebeurt onder meer door het oprichten van een onafhankelijk instantie, het zogeheten ‘Huis voor klokkenluiders (hierna: ‘het Huis’). Het Huis kan een onderzoek instellen indien er een vermoeden is van een misstand en kan daarnaast een werknemer voorzien van advies. Zodra er een melding is gedaan mag de werkgever de klokkenluider niet ontslaan op grond van een reden die verband houdt met het klokkenluiden. Ook dient de werkgever, zowel tijdens het onderzoek als daarna, zich te onthouden van enige andere wijze van benadeling. Daar staat tegenover dat de klokkenluider zorgvuldig moet hebben gehandeld en te goeder trouw moet zijn om bescherming van de wet te genieten.